Hoofdstuk 3 ~ Media, onderwijs en wetenschap
Productie en verspreiding van kennis, of dat nu wetenschappelijke kennis, een politieke opinie, volkswijsheid, reclame of “nieuws” is, vindt plaats in drie instituties: media, onderwijs en wetenschap. “Medium” heeft in de communicatietheorie in principe een neutrale betekenis, als institutie wordt met media de georganiseerde communicatie van de macht of de oppositie met de massa bedoeld. Naast wat daar in het dagelijks spraakgebruik onder verstaan wordt gaat het ook om culturele productie: films en video’s, musea, theater, architectuur.
De interne communicatie van de macht wordt voorlopig aangeduid als politiek en vindt hoofdzakelijk plaats in de instituties van de macht: staat en kapitaal die in aparte hoofdstukken behandeld worden. In een democratie vindt zij ook plaats in sommige media.
Media
Media – in de eerste plaats kranten – werden tot halverwege de twintigste eeuw door de eigen politieke richting in stand gehouden. De lagere klassen konden dat omdat ze redelijk georganiseerd waren. Media die aan de hogere klassen verbonden waren hadden meer middelen en mogelijkheden dan media van de oppositie, maar hun dominantie was in allerlei opzichten beperkt ten opzichte van de huidige toestand. Bovendien speelde mondeling, intermenselijk contact nog een belangrijke rol; politieke meningsvorming vond ook plaats in de openbare sfeer van drinkgelegenheden, partij- en massabijeenkomsten. De invloed van het bedrijfsleven via reclame was beperkt, evenals het publieke bereik van een politicus of opiniemaker. Ook zonder districtenstelsel was bij een beperkt bereik van de media de lokale organisatie in politieke partijen, kerk, vakbond en andere verenigingen de belangrijkste bron van kiezersgunst en verliep het contact tussen leiding en kiezer via lokale leiders democratischer.
Nieuwe communicatiekanalen als radio, film en televisie brachten in de twintigste eeuw verandering in deze situatie. De ontwikkeling van telefoon, telegraaf en telex en vergroting van transportcapaciteit en -snelheid hadden al voor een toenemend bereik van het geschreven woord tot gevolg en massabijeenkomsten werden daardoor ook eenvoudiger. Radio en televisie zorgden voor nationale en zelfs internationale dekking. Voor de democratische ontwikkeling betekende dit dat het belang van regionale en lokale vertegenwoordigers afnam en nationale leiders direct om de gunst van het volk streden.
De noodzakelijke investeringen in techniek en het beheer daarvan leidden aanvankelijk tot een toenemende professionalisering van auteurs en andere creatieven. Door het veel grotere bereik werd de interactie tussen luisteraars en kijkers en de politiek meer en meer eenrichtingsverkeer. Eerder was de relatie tussen schrijver en lezer of spreker en toehoorder ook eenzijdig, maar de schaal was nog dusdanig dat verkeer in omgekeerde richting door een willekeurige lezer of toehoorder mogelijk was. Zolang die achterban nog een belangrijk aandeel in de financiering had bracht dat ook een zekere verplichting met zich mee om de meningen van die achterban serieus te nemen. Naarmate de financiering meer en meer door de staat en het bedrijfsleven plaatsvond werd de invloed van de achterban kleiner en werden de media steeds meer gecontroleerd door de heersende elite.
Het ontstaan van Internet rond 1990 leek de trend van centralisatie te keren. Inderdaad kan iedereen op sociale media zijn mening geven of een blog publiceren, maar de situatie is daarmee niet verbeterd. Integendeel, het vergemakkelijkte het verblijf in de eigen waarheidsbubbel en zo vindt er geen democratische meningsvorming op centraal niveau plaats en dat is uiteindelijk waar het om gaat. De heersende macht heeft veel meer mogelijkheden gekregen informatie te sturen en te censureren. Zelfs op individueel niveau kan openbare informatie bestuurd worden.
Macht is per definitie geconcentreerd, bijvoorbeeld op het niveau van de natiestaat. Democratische discussie en controle dient uiteindelijk op datzelfde niveau plaats te vinden. De centrifugale krachten in de sociale media zijn vele malen groter dan de krachten die enige samenhang bevorderen waardoor alternatieve inzichten niet tot het centrum kunnen doordringen.
Platforms van grotere omvang zijn vaak onderdeel van de “oude media” en worden ook zo bestuurd en gestuurd. Inzichten die niet in het beleid passen komen ook daar niet of nauwelijks aan bod. Reacties van lezers zijn mogelijk maar worden regelmatig gecensureerd en hebben hoe dan ook een klein bereik en geen invloed. In ieder geval krijgen reacties op redactioneel aangestuurde inhoud slechts in uitzonderingsgevallen dezelfde plaats en aandacht. De enkele platforms van enige betekenis die een serieus oppositioneel geluid laten horen worden regelmatig in hun voortbestaan bedreigd en beschikken over veel minder middelen voor professionele inhoud. Afgezien daarvan zijn de meeste niet kritisch over de bestaande orde als geheel, maar richten zich veelal op de actualiteit van foute personen en misstanden. Kritiek op de orde als zodanig is moeilijker te begrijpen en onpersoonlijk en dat levert geen lezers op.
Dit alles leidt tot de conclusie dat oppositie die een andere orde, een fundamenteel ander functioneren van de instituties, aan de orde stelt daarvoor een eigen medium – communicatie kanaal – zal moeten beginnen om van daaruit de heersende mening te kunnen kritiseren. Aan een dergelijk kanaal dienen hoge eisen gesteld te worden. Het gaat er niet om de door velen beleden “Vrijheid van Meningsuiting” te dienen of het volk een stem te geven, maar om toegang te krijgen tot de maatschappelijke discussie en uiteindelijk tot de democratische besluitvorming. Gezien de daarvoor noodzakelijke middelen is een serieuze organisatie van oppositionele krachten een voorwaarde. Onder andere in De kruisiging van Charlie Hebdo meer over dit onderwerp.
Reacties
Hoofdstuk 3 ~ Media, onderwijs en wetenschap — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>